Een antropologische blik kan helpen om te kijken naar wat er in onze maatschappij leeft als het gaat over hoe we kijken naar de oorzaak van problemen van mensen, de zorg die wij hebben ontwikkeld. Want het mensbeeld wat je hebt en hebt ontwikkeld, kan van fundamenteel invloed zijn op de wijze waarop je hulp vraagt en hulp zoekt en dus ook bij wie je terecht komt. Bij de arts – huisarts – ggz of en dat gebeurd over het algemeen als eerste, iemand die jij uitkiest en past bij jou mensbeeld. Uit onderzoek blijkt dat ouders met een kind met een diagnose, vaak eerst alternatieven hebben gezocht in het veld. Ze kiezen regelmatig voor energetische vormen van therapie. En waarom zouden ze dat doen? Vraag je je af? Zijn ze hiermee geholpen? Het zou kunnen dat deze ouder uitgelegd gaat worden, dat dit geen handige keuze is geweest. Deze ouder krijgt in Nederland te horen dat deze therapeut niet het antwoord is op de hulpvraag. De vraag is alleen, waarom doet deze ouder dit wel? En hebben we geluisterd naar deze ouder? Waren we bereid om te luisteren naar de overwegingen? En nog interessanter, wat maakt dat we een advies geven dat dit geen goede keuze is geweest. Hiervoor hebben wij in Nederland allerlei ethsiche raamwerken en procotollen ontwikkeld. Alleen deze protocollen zijn er veel minder in bijvoorbeeld Amerika. Wat maakt nu dat dit in Nederland zo noodzakelijk wordt geacht? Dat heeft te maken een aantal traumatische gebeurtenissen, waardoor we uitwassen in de zorg willen voorkomen. De zaak Millecam heeft hierin veel teweeg gebracht en is een nationaal trauma. Ik neem ook afstand van dergelijke uitwassen die in deze sitauatie een rol hebben gespeeld. Dat had nooit mogen gebeuren. Maar, als we veiligheid willen creeeren zullen we een manier moeten vinden om de ontstane polariteit waarin zowel hulpvragers en zorgverleners zich in een veld van een gepolariseerde uitersten bevinden we het midden moeten leren vinden. Want uit onderzoek blijkt ook, dat ouders het midden van de zorg en wat goed is onderzocht omtrent de werkzaamheid van een interventie eigenlijk niet weten. Ouders geven ook aan, dit wel graag te willen weten en ook verwachten dat hun arts of zorgverlerner hierover zinnig advies kan geven. De vraag is, kunnen we dat? En hoe is het mensbeeld gesteld van de zorgvrager, hoe heeft dit beeld zich de afgelopen deccenia ontwikkeld? Om aan te sluiten zullen we hier echt kennis over moeten hebben en onze maatschappij ook moeten leren bezien vanuit een antropologisch perspectief. Om te leren te erkennen, dat wat is. Afgelopen jaar heb ik de opleiding Antropologische teambegeleiding mogen afronden aan de Academie voor Organisatiecultuur van Danielle Braun en Karin van Mensvoort. En deze invalshoek heeft me veel gebracht om te kijken naar wat er in onze maatschappij gebeurd, maar ook binnen organisaties.